Mentale gezondheid van LHB personen blijft achter
Lesbische, homoseksuele en bi-plus (LHB) volwassenen in Nederland ervaren aanzienlijk meer mentale gezondheidsproblemen dan hun heteroseksuele leeftijdsgenoten.
Dat blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), gebaseerd op de Gezondheidsenquêtes van 2023 en 2024. Vooral bi-plus personen blijken bijzonder kwetsbaar, met de hoogste percentages angst- en depressiegevoelens, slaapproblemen en zorggebruik.
Uit de enquête, waaraan ruim 19.000 Nederlanders deelnamen (waarvan 15.000 volwassenen), komt naar voren dat 61 procent van de LHB-personen in de vier weken voorafgaand aan hun deelname aan het onderzoek angst- of depressiegevoelens rapporteerde. Onder heteroseksuele volwassenen was dat 42 procent. Ook op andere indicatoren van mentale gezondheid zijn de verschillen duidelijk. Slaapproblemen kwamen voor bij een derde van de LHB-groep, tegenover een kwart van de heteroseksuele respondenten. Bovendien ervoer bijna één op de vijf LHB-personen dat deze slaapproblemen het dagelijks functioneren belemmerden, tegenover één op de acht heteroseksuele personen.
Opvallend is ook het verschil in zorggebruik. In de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek had 24 procent van de LHB-personen contact met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut, tegenover slechts 11 procent van de heteroseksuele groep. Dit wijst erop dat de hogere psychische belasting zich vertaalt in een grotere zorgvraag.
Binnen de LHB-groep blijken bi-plus personen (mensen die zich tot meer dan één gender aangetrokken voelen) het meest kwetsbaar. Zij rapporteerden in 2024 in 67 procent van de gevallen angst- of depressiegevoelens en hadden het vaakst contact met een psychische zorgverlener (33 procent). Ook slaapproblemen (36 procent) en belemmeringen daardoor in het dagelijks leven (22 procent) kwamen bij hen beduidend vaker voor dan bij homoseksuele of lesbische deelnemers.
Hoewel leeftijd en geslacht deels verklarende factoren zijn – bi-plus personen zijn gemiddeld jonger en vaker vrouw – blijven de verschillen tussen LHB- en heteroseksuele personen grotendeels bestaan na correctie hiervoor. Volgens het CBS duidt dit erop dat minderheidsstress, sociale uitsluiting en discriminatie nog steeds een substantiële invloed hebben op de mentale gezondheid van seksuele minderheden in Nederland.
Het onderzoek benadrukt het belang van gerichte preventie en toegankelijke, inclusieve geestelijke gezondheidszorg. Beleidsmakers en zorgprofessionals worden opgeroepen om extra aandacht te besteden aan de specifieke behoeften van LHB-personen, en in het bijzonder aan de kwetsbare bi-plus groep.