Hormoon verminderd neiging snoepen

Hormoon verminderd neiging snoepen Wetenschappers aan de universiteit van Iowa hebben ontdekt dat het hormoon FGF21 van invloed is op de hoeveelheid suikers die we innemen. Wanneer er voldoende van dit hormoon in het lichaam is, snoepen we minder, zo luidt hun conclusie.

Het onderzoek wordt voortgezet, in de hoop uiteindelijk een soort medicijn te kunnen ontwikkelen dat aan fervente snoepers een oplossing moet bieden. Lucas BonDurant en Matthew Potthoff zijn de onderzoekers die hun eerste bevindingen onlangs hebben gepresenteerd. Het betreffende hormoon wordt geproduceerd door de lever als reactie op een te hoge hoeveelheid koolhydraten in het lichaam. Het hormoon komt in de bloedbaan terecht en zorgt er kennelijk voor dat de hersenen worden geïnformeerd dat het tijd is om te stoppen met de inname van suikers. Er werd getest met muizen, die de keuze kregen uit twee verschillende maaltijden. De ene maaltijd was op basis van het reguliere dieet, de andere maaltijd bevatte aanmerkelijk meer suikers. Weliswaar stopten de muizen, nadat ze met het hormoon waren geïnjecteerd, niet helemaal met het eten van suikerrijk voedsel, maar de hoeveelheid suikers die ze aten lag zeven keer lager dan gewoonlijk. Wat verder opviel, is dat de verminderde suikeropname niet evenredig daalde bij alle suikersoorten. Er waren verschillen te zien tussen bijvoorbeeld sucrose, fructose en glucose. Het hormoon blijk verder geen invloed te hebben op de inname van complexe koolhydraten. Om nog beter te kunnen vaststellen of de verminderde suikerinname daadwerkelijk aan de aanwezigheid van FGF21 kon worden toegeschreven, werd ook gebruik gemaakt van genetisch gemanipuleerde muizen. Daar waren muizen bij die het hormoon zelf helemaal niet konden produceren en muizen die juist vijfhonderd keer meer hormoon produceerden dan gebruikelijk. Ook hier zagen de onderzoekers dat de muizen zonder FGF21 veel meer suikers aten dan de muizen met een overdosis van dit hormoon in hun lichaam. De eerder getrokken conclusies werden daarmee verder versterkt. In de toekomst wil men vooral duidelijk krijgen op welke manier het hormoon precies te werk gaat. De onderzoekers focussen daarbij onder meer op de hypothalamus, het deel van de hersenen dat het eetgedrag en de energiehuishouding reguleert. Men streeft ernaar om in de toekomst een soort medicijn te ontwikkelen, dat mensen met een voorliefde voor zoetigheden kunnen innemen. Zo kunnen ze dan gemakkelijker weerstand bieden tegen al dat lekkers en beschermen ze zichzelf tegen obesitas en diabetes type 2. Wil je meer weten over hormonen? Kijk eens op http://www.stamcel.org/html/hormonen.htm voor een heldere uitleg over deze chemische stoffen.

Wij waarderen je privacy.

Wij gebruiken cookies voor analyse, de mogelijkheid tot berichten te delen op social media en om advertenties te tonen. Door op Akkoord te klikken en verder te gaan stem je in met ons privacybeleid en kan je gebruik maken van deze functionaliteit.