Op reis? Wees je bewust van de gevaren van hondsdolheid!
Veel vakantiegangers realiseren zich niet dat ze in bepaalde landen een grote kans lopen om rabiës, beter bekend als hondsdolheid, op te lopen.

Het gaat om een ernstige en vrijwel altijd dodelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus dat via het speeksel van besmette dieren wordt overgedragen. Honden zijn de belangrijkste bron, maar ook katten, apen en in zeldzame gevallen vleermuizen kunnen het virus verspreiden.
Een onderschat risico
Wie denkt dat rabiës alleen een probleem is in verre landen, vergist zich. Reizigers naar Azië, Afrika en Latijns-Amerika lopen het grootste risico, maar ook dichterbij huis komt de ziekte nog voor. In bepaalde delen van Oost-Europa en rond de buitengrenzen van de EU kan het virus worden aangetroffen bij wilde dieren. Zelfs in Nederland bestaat een kleine kans via vleermuizen, al zijn deze gevallen uiterst zeldzaam.
Het probleem bij rabiës is dat de ziekte nauwelijks te stoppen is zodra de eerste klachten zich aandienen. Een infectie verloopt vrijwel altijd fataal, met ernstige neurologische symptomen zoals spierverlammingen, angst, hallucinaties en verlammingen van de ademhaling. Juist daarom is preventie van levensbelang.
Het belang van vaccinatie
De GGD benadrukt dat vaccinatie een belangrijke voorzorgsmaatregel is voor mensen die naar risicogebieden reizen of veel in contact komen met dieren. Wie gevaccineerd is, heeft na een beet of krab minder vervolgprikken nodig en vergroot zijn kans om tijdig beschermd te zijn. Het vaccinatieschema bestaat uit meerdere prikken en moet enkele weken vóór vertrek gestart worden. Vooral in vakantieperiodes, wanneer veel Nederlanders hun koffers pakken voor bestemmingen buiten Europa, is het zaak om op tijd een afspraak bij de GGD te maken.
Wat te doen bij een beet of krab?
Wordt iemand tijdens een reis toch gebeten of gekrabd door een dier dat mogelijk besmet is, dan is snel handelen cruciaal. Het advies van de GGD luidt om de wond zo snel mogelijk – minstens een kwartier – grondig met water en zeep te wassen en te desinfecteren. Vervolgens moet direct medische hulp worden gezocht, ongeacht of men al gevaccineerd is. In het ziekenhuis of een lokaal medisch centrum kan worden beoordeeld welke extra vaccinaties en eventuele antistoffen noodzakelijk zijn.
Ook na terugkeer in Nederland is het belangrijk om de GGD te informeren. Alleen door snel en adequaat te reageren kan een mogelijke besmetting met rabiës worden voorkomen.
Voorbereid op reis
De boodschap van de GGD’en is helder: zorg dat je goed voorbereid op reis gaat. Naast vaccinaties kan de GGD ook adviseren over andere gezondheidsrisico’s die samenhangen met de bestemming, zoals malaria of dengue. Maar als het om rabiës gaat, geldt één belangrijke regel: voorkomen is de enige echte remedie.