HIV-cijfers in Nederland: waarom de daling stokt

Na jaren van duidelijke vooruitgang is de langjarige daling van nieuwe HIV-diagnoses in Nederland de afgelopen jaren gestopt.

Waar tussen 2010 en 2020 het aantal nieuwe diagnoses met tientallen procenten terugliep, bleven de aantallen vanaf ongeveer 2021 stabiel en is er sinds 2022 zelfs sprake van een lichte toename in geregistreerde gevallen. In 2023 werden in totaal 424 nieuwe HIV-diagnoses geregistreerd; in 2024 rapporteerde het RIVM en bijbehorende monitoringrapporten een lichte stijging in het totaal dat in zorg kwam.

Wat is HIV en wat is AIDS?

HIV (Human Immunodeficiency Virus) is een virus dat het immuunsysteem aanvalt, met name CD4-cellen (T-cellen). Zonder behandeling verzwakt het immuunsysteem geleidelijk, waardoor iemand vatbaar wordt voor infecties en sommige vormen van kanker. Als de immuunsysteem-beschadiging ernstig is en er typische opportunistische ziekten optreden, spreekt men van AIDS (Acquired Immunodeficiency Syndrome) — het eindstadium van onbehandelde HIV. Dankzij moderne antiretrovirale behandeling (ART) kunnen mensen met HIV tegenwoordig vaak een vrijwel normaal leven leiden, hun virus ondetecteerbaar maken en dus niet meer doorgeven (U=U: undetectable = untransmittable).

Wat verklaart de eerdere daling?

De eerdere jarenlange daling van nieuwe diagnoses is toe te schrijven aan een combinatie van factoren: betere opsporing en behandeling (snelle start van ART), de invoering en verspreiding van PrEP (de hiv-preventiepil voor mensen met verhoogd risico), en gerichte preventiecampagnes en seksuele gezondheidszorg in GGD’s en HIV-centra. Die mix verlaagde vooral de transmissie binnen key populations zoals mannen die seks hebben met mannen (MSM).

Waarom stagneert — en waarom stijgt het soms?

Er is niet één enkele oorzaak voor het stoppen van de daling; het gaat om meerdere samenwerkende factoren:

1. Verschuivingen in testgedrag en late diagnoses

Een substantieel aandeel van mensen met hiv wordt nog steeds laat gediagnosticeerd. Mensen die zich niet (tijdig) laten testen vormen een 'onzichtbaar' reservoir van infecties. Als testen niet verder toeneemt — of als bepaalde groepen moeilijker te bereiken zijn — vallen nieuwe infecties minder snel op en kan transmissie doorgaan. Onderzoek en monitoring wijzen erop dat late presentatie een blijvend probleem is.

2. Veranderingen in risicogedrag en demografie

Na de coronapandemie veranderde sociaal en seksueel gedrag, en er is rapportage dat het aandeel jonge MSM met nieuwe diagnoses toeneemt. Jongeren hebben mogelijk minder ervaring met PrEP of voelen zich niet aangesproken door bestaande preventieboodschappen. Aidsfonds en andere organisaties signaleren dat het aandeel diagnoses onder 15- tot 24-jarigen groeit, hetgeen extra aandacht vereist.

3. Bereik en gebruik van PrEP en andere preventie

PrEP is effectief, maar de dekking is niet overal volledig. Toegang, kosten (voor sommige groepen) en bekendheid spelen een rol. Als het patroon van PrEP-gebruik stabiel blijft of afneemt in groepen met hoog risico, kan dat de daling doen stoppen. RIVM en LCI noemen PrEP als belangrijke factor bij eerdere dalingen, en benadrukken dat behoud en uitbreiding van preventieve maatregelen cruciaal blijven.

4. Migratie en internationale dynamiek

HIV-epidemieën zijn internationaal verbonden: migratiestromen en reizen kunnen invloed hebben op lokale cijfers. Nieuwe diagnoses kunnen deels afkomstig zijn van mensen die recent uit gebieden met hogere prevalentie zijn gekomen of die hun infectie elders opliepen en zich hier lieten testen. Monitoring rapporten houden dit als één van de factoren.

5. Testcapaciteit en toegang tot zorg

Hoewel GGD’s en CSG’s meer diagnoses rapporteren in sommige jaren, blijft het belangrijk dat eerstelijnszorg en huisartsen actief testen bij klachten of risicogedrag. Zolang er lacunes zijn in het testaanbod of drempels bestaan (stigma, kosten, gebrekkige kennis), blijft er kans op onontdekte transmissie. Recent overzicht toont bovendien schommelingen in waar diagnoses worden gesteld (GGD versus ziekenhuizen/centra).

Waarom het aantal zelfs kan stijgen

Als de genoemde factoren gelijktijdig ongunstig bewegen — bijvoorbeeld minder testing, afnemend gebruik van PrEP in risicogroepen, stijging van onveilige seksuele contacten na pandemische of sociale verschuivingen, en onvoldoende preventiebereik onder jongeren en migranten — kan dat leiden tot meer transmissies en dus een stijging van nieuwe diagnoses. Ook een stijging van het aantal niet-gediagnosticeerde mensen of vertraagde opsporing kan de cijfers kunstmatig laten stijgen zodra screening intensiever wordt.

Wat helpt om de daling weer op gang te brengen?

Praktische acties: meer en laagdrempelige testaanbod (ook in de huisartsenpraktijk), gerichte PrEP-campagnes en -toegang voor jongeren en migranten, aanpak van stigma, en snelle behandeling bij diagnose. Monitoring én financiering van preventieprogramma’s blijven cruciaal om de voorsprong van de laatste decennia te behouden. RIVM en gespecialiseerde organisaties luiden de noodklok en roepen op tot versterkte maatregelen.

Wij waarderen je privacy.

Wij gebruiken cookies voor analyse, de mogelijkheid tot berichten te delen op social media en om advertenties te tonen. Door op Akkoord te klikken en verder te gaan stem je in met ons privacybeleid en kan je gebruik maken van deze functionaliteit.